Toepassing
Nieuwe gebouwen, renovaties, landschaps- en infrastructuurprojecten.
Structure
De Living Building Challenge bestaat uit zeven prestatiecategorieën, of 'petals' (bloemblaadjes). Deze 'petals' zijn weer onderverdeeld in een totaal van 20 vereisten, die allemaal gericht zijn op een specifieke invloedssfeer. Nieuwe gebouwen moeten aan alle 20 vereisten voldoen, gerenoveerde gebouwen aan 16 en landschaps- en
infrastructuurprojecten aan 17.
Er zijn twee kernregels van toepassing in de Living Building Challenge: Ten eerste zijn alle vereisten verplicht. Ten tweede is de Living Building Challenge-certificering gebaseerd op feitelijke prestaties, in plaats van verwachte prestaties. Daarom moeten projecten minstens een jaar voorafgaande aan de evaluatie operationeel zijn om de naleving te kunnen verifiëren.
Ontwerpbenadering
Luchtkwaliteit binnenshuis en ventilatie
De Living Building Challenge vereist dat alle regelmatig bezette ruimtes over ramen beschikken die daglicht en frisse lucht kunnen binnenlaten. Bovendien moeten Living Buildings ventilatiesnelheden behalen die voldoen aan de ASHRAE 62-norm. Alleen materialen en producten die zijn getest op VOC-emissies, mogen in binnenruimtes worden geïnstalleerd.
Een 'rode lijst' verbiedt onder andere bisfenol A (BPA), cadmium, chloropreen, toegevoegde formaldehyden, gehalogeneerde vlamvertragers, ftalaten en PVC uit bouwmaterialen. Keukens, badkamers en schoonmaakruimtes worden uitgerust met speciale uitlaatsystemen.
Daglicht
Van daglicht wordt de kwaliteit en niet de kwantiteit gemeten voor de Living Building Challenge. Dit wordt gedaan door de eis voor bedienbare vensters en door de eis van een 'biofiele omgeving' te stellen. Voor dit laatste moeten projectteams een biofiel raamwerk opzetten en plannen maken voor het project dat de integratie van omgevingskenmerken, natuurlijk licht en natuurlijke vormen omvat.
Esthetiek en contact met de natuur
Schoonheid en de verbinding met de natuurlijke omgeving zijn sleutelbegrippen in de Living Building Challenge. Naast andere dingen, moet het biofiele plan ervoor zorgen dat het gebouw voldoende en frequente mogelijkheden biedt voor interactie tussen mens en natuur, zowel in de binnenals de buitenruimte.
De bepaling van 'Schoonheid en geest' vereist dat ontwerpteams "openbare kunst zinvol integreren en ontwerpkenmerken opnemen die uitsluitend bedoeld zijn voor menselijk plezier en het genieten van cultuur".
Exploitatie en evaluatie van gebouwen
Projecten moeten ten minste twaalf opeenvolgende maanden operationeel zijn voordat certificering mogelijk is. 12 van de 20 vereisten kunnen na de bouw worden gecontroleerd via een voorlopige audit. Bij de andere acht vereisten, waaronder 'gezondheid en geluk', worden de prestaties na het eerste jaar van de ingebruikname geverifieerd op basis van kwantitatieve gegevens.
Voordat de gebruikers het gebouw in gebruik nemen en nadat het gebouw negen maanden heeft gefunctioneerd met een volledige bezetting, wordt de luchtkwaliteit getest op fijnstof, vos, formaldehyde en andere veel voorkomende vervuilers. Eenvoudige comfortparameters, zoals temperatuur, vochtigheid en CO₂-niveaus worden ook permanent gemonitord. Roken is verboden in alle Living Buildings en de beheerders van het gebouw moeten een schoonmaakprotocol opstellen waarbij reinigingsproducten worden gebruikt die voldoen aan het epa Design for the Environment-label.
De monitoring tijdens gebruik strekt zich zelfs uit tot de petal 'schoonheid en inspiratie': in het eerste jaar van bezetting wordt onder ten minste 10% van de gebouwgebruikers een enquête gehouden om te evalueren of het project voldoet aan de beweringen van de ontwerpers op het gebied van schoonheid.