Fotografie: Thekla Ehling
Ontwerp en welzijn
Afgezien van de ontwerpvereisten voor 'gezonde gebouwen', heeft de relatie tussen architectuur en gezondheid in het verleden weinig aandacht gekregen. Recent onderzoek heeft dit veranderd en heeft een meer holistisch bewustzijn tot stand gebracht van de rol die architectuur kan spelen bij het bevorderen van de gezondheid. Zo zijn in het Verenigd Koninkrijk rapporten gepubliceerd van het Royal Institute of British Architects¹⁴ en de Commission for Architecture and the Built Environment¹⁵.
Dat architectuur een rol kan spelen bij het bevorderen van gezondheid wordt ondersteund door een toenemend aantal medische onderzoeken met betrekking tot de lichamelijke¹⁶ en geestelijke gezondheid¹⁷. De nadruk lag in het verleden vaak op slechte gezondheid als gevolg van de effecten van omgevingskenmerken, zoals overbevolking, geluid, luchtkwaliteit en licht. Deze effecten worden meestal omschreven als directe effecten (dat wil zeggen gevolgen voor de fysieke en mentale gezondheid) en indirecte effecten (bijvoorbeeld via sociale mechanismen)¹⁸. Het onderzoek naar welzijn richt zich echter niet op gezondheidsproblemen, maar juist op positief gedrag dat ervoor zorgt dat de bevolking floreert. Hier gaan we met name in op de eigenschappen van de bebouwde omgeving die dergelijk positief gedrag ondersteunen.
De wetenschap van het welzijn is een relatief recent onderzoeksgebied. Het 'Foresight'-project van de Britse regering dat betrekking heeft op welzijn¹⁹, heeft de overtuigende hoeveelheid bewijs opgeleverd dat heeft geleid tot de hierboven genoemde vijf manieren om welzijn te bevorderen²⁰. Deze vijf manieren vertegenwoordigen de belangrijkste gedragingen waarvan is aangetoond dat ze verband houden met een verbeterd welzijn. Elke gedraging wordt in verband gebracht met subjectief welzijn, zoals gerapporteerd in onderzoeksdocumenten, met name in medische tijdschriften, die gebaseerd zijn op grootschalige meta-analyses van gedegen studies. Er is dus geen tekort aan bewijs om de aanname te ondersteunen dat dergelijke gedragingen (op basis van de vijf manieren om welzijn te bevorderen) resulteren in een verbeterd welzijn.
- Maak contact: Er is een correlatie gerapporteerd tussen de kwantiteit en kwaliteit van sociale contacten (zoals praten met en luisteren naar familieleden of vreemden) en zowel welzijn als fysieke gezondheid²¹.
- Blijf actief: Er is meer dan voldoende bewijs uit wereldwijde onderzoeken en meta-onderzoeken dat aantoont dat fysieke activiteit symptomen van mentale en fysieke gezondheidsproblemen vermindert²².
- Wees opmerkzaam: Aandacht schenken aan het hier en nu je bewust zijn van je gedachten en gevoelens, is gedrag dat stress en angst- en depressieklachten vermindert²³.
- Blijf leren: Aspiraties worden gevormd in iemands jonge jaren en diegenen die hogere aspiraties hebben, hebben gewoonlijk ook meer succes. Dergelijke aspiraties worden aangepast door de omgeving²⁴. Uit de gegevens blijkt dat deelname aan muziek- of kunstactiviteiten of bijvoorbeeld avondcursussen, ook op latere leeftijd, zorgt voor een hoger subjectief welzijn²⁵.
- Geef: Er is bewijs gevonden dat prosociaal in plaats van egocentrisch gedrag een positieve invloed heeft op iemands geluk. Dergelijke positieve effecten van altruïstisch gedrag doen zich voor bij het besteden van tijd aan anderen in plaats van aan jezelf²⁶ maar ook bij het doen van vrijwilligerswerk of het bieden van hulp²⁷.
De cruciale vervolgvraag is: op welke manier hebben de vijf manieren om welzijn te bevorderen betrekking op de bebouwde omgeving en op welke manier worden ze door de bebouwde omgeving beïnvloed?
Maark contact
Het aanbieden van lokale 'alledaagse openbare ruimtes' creëert mogelijkheden voor mensen om met elkaar in contact te komen en vormt een belangrijke bron van welzijn voor individuen en de bredere gemeenschap²⁸. Hoewel niet alle gebruikers dezelfde eisen stellen en verwachtingen hebben ten aanzien van een sociale ruimte, zijn de kernkwaliteiten: locatie – toegankelijk en in de nabijheid van andere openbare voorzieningen (school, markt) om toevallige ontmoetingen mogelijk te maken; plaatsen om te stoppen en te zitten op een parkbank of aan een cafétafel, zodat ontmoetingen meer dan vluchtig kunnen zijn; aanpasbaar – ruimtes zonder specifieke of voorgeschreven functies die spontane, geïmproviseerde activiteiten mogelijk maken; gezellig – een gevoel van veiligheid en vertrouwdheid; - plezierig – schoon en rustig of juist bruisend en levendig; speciaal – unieke eigenschappen, esthetiek of subjectieve herinneringen.
Wanneer een ruimte gericht is op voetgangers en niet op auto's, bevordert dat de gemeenschapszin omdat de perceptie van een omgeving die is bedoeld voor voetgangers, bijzonder sterk gerelateerd is aan mogelijkheden voor sociale interactie²⁹. En tot slot worden natuurlijke, groene of landschappelijke kwaliteiten algemeen, en ook al heel lang, in verband gebracht met een reeks voordelen voor de gezondheid³⁰. Samenvattend kan worden gezegd dat 'openbare ruimtes' die mensen bij elkaar brengen en waar vriendschappen en ondersteuningsnetwerken ontstaan en worden onderhouden, van essentieel belang zijn voor een algemeen gevoel van welzijn³¹.
Blijf actief
Lichamelijke activiteiten (wandelen, fietsen, sporten enzovoort) worden algemeen in verband gebracht met het beperken van de oorzaken van chronische aandoeningen en de risico's van ziekte, invaliditeit en vroegtijdige dood. Ontwerpkenmerken die ertoe kunnen leiden dat mensen actiever worden, zijn onder andere faciliteiten voor sportbeoefening (zoals sportcentra en sportmateriaal), bestemmingen (werk, winkels, school, openbaar vervoer) die zich in de buurt bevinden en gemakkelijk zijn te bereiken, een hoge woondichtheid (die met zich meebrengt dat voorzieningen en bestemmingen zich dichterbij bevinden), landgebruik (bijvoorbeeld gemengd gebruik) en wandelvriendelijkheid (brede en veilige trottoirs, verkeersremmende voorzieningen)³².
Hoewel fysieke activiteiten in de buitenlucht, en dan bij voorkeur in een natuurlijke omgeving, potentiële extra voordelen kunnen opleveren, kan lichaamsbeweging binnenshuis even effectief zijn³³. Ontwerpstrategieën om lichamelijke activiteit binnenshuis te bevorderen, zijn onder meer: Het bieden van een (gedeelde) oefenruimte, het aanmoedigen van het gebruik van de trap door de verdeling (scheiding) van functies over verschillende etages en het creëren van aantrekkelijke ervaringen langs wandelroutes (uitzicht, kunst, daglicht, groen).
Wees opmerkzaam
Dat een ontwerpingreep in een populatie ertoe kan leiden dat mensen opmerkzamer worden en zich meer bewust worden van de wereld om het heen, is iets waarvoor pas sinds kort bewijs bestaat. Uit een gerandomiseerde controletest kwam echter naar voren dat het tonen van kunst, het aanbrengen van beplanting en landschapsarchitectuur, het plaatsen van voorzieningen voor het aantrekken van natuur (bijvoorbeeld insectenhotels) en het aanbrengen van zitplaatsen voorbeelden zijn van ontwerpingrepen die resulteren in een aanzienlijk toegenomen aantal observaties van mensen die stoppen om kennis te nemen van de wereld om hen heen³⁴.
Hetzelfde onderzoek toonde ook aan dat diverse soorten open ruimte met een combinatie van groen en verharde oppervlakken en een relatief groter publiek gedeelte dan een privégedeelte, ook in verband wordt gebracht met toegenomen gerapporteerde opmerkzaamheid (mindfulness).
Blijf leren
Er zijn aanwijzingen uit onderwijskundig onderzoek dat de fysieke omgeving thuis en de klassikale omgeving mediërende variabelen zijn die de intellectuele ontwikkeling beïnvloeden. Tot de parameters van de huiselijke omgeving behoren een schoon en opgeruimd huis waar veilig kan worden gespeeld en waar het niet donker of saai is³⁵. De oriëntatie van de zitplaatsen en de onderlinge afstand tussen de zitplaatsen heeft invloed op de interactie en dialoog tussen mensen. Als de zitplaatsen in een kring worden gezet, zitten mensen tegenover elkaar en zullen ze meer met elkaar converseren dan mensen die naast elkaar zitten. Onbelemmerd oogcontact is een belangrijke variabele, met name in een educatieve context, wat betekent dat in een klaslokaal de plaatsing van stoelen en tafels in een halve cirkel het meest effectief is³⁶. Op een meer praktisch niveau moeten binnenruimtes, om het leren te ondersteunen, comfortabele, veilige engoed verlichte ruimtes zijn, waar een aangename temperatuur heerst, waar het rustig is en waar delucht schoonis.
Er is echter bewijs dat leerprestaties weliswaar beter worden als je leerlingen verplaatst van een ongeschikte ruimte (bijvoorbeeld een vervallen en slecht onderhouden lokaal) naar een geschikte ruimte (een ruimte die 'goed genoeg' is), maar dat het toevoegen van meer en buitensporige faciliteiten (gespecialiseerde ruimtes of digitale apparatuur) geen verdere verbeteringen in de leerprestaties teweegbrengt³⁷. Zoals al eerder is vermeld, verhoogt de mogelijkheid om deel te nemen aan kunst- en muziekactiviteiten en avondcursussen het welzijn en daarom moet er plaats worden ingeruimd voor dergelijke activiteiten in het ontwerp van huizen (lichte, eenvoudig schoon te maken ruimtes voor het creëren van kunst, geluiddichte ruimtes voor het maken van muziek) en buurten (lokale gemeenschappelijke ruimtes voor cursussen).
Geef
De aanwezigheid van stressfactoren in een omgeving vermindert de neiging om anderen te helpen, maar afgezien van hetgeen hiervoor is besproken, is er verder weinig expliciet bewijsmateriaal beschikbaar dat aantoont de fysieke omgeving in verband brengt met het sociale kapitaal van een buurt³⁸. Er zijn aanwijzingen dat mensen minder altruïstisch zijn in stedelijke dan in landelijke omgevingen, wat in elk geval bevestigt dat het integreren van groene ruimte in een stad en contact met de natuur waardevol kunnen zijn³⁹.
Hoewel het lastig is om altruïsme en de expliciete relatie van altruïsme tot ontwerpparameters te observeren, kan worden aangetoond dat zelfgerapporteerd altruïstisch gedrag vaker voorkomt in buurten met een ruimteontwerp dat de positieve omgevings- en fysieke kenmerken vertoont (diversiteit, nabijheid, toegankelijkheid en kwaliteit) die al eerder zijn genoemd⁴⁰.