Schittering reguleren
Schittering ontstaat in ruimtes die te licht zijn en zich binnen het gezichtsveld bevinden, of daar waar sprake is van een hoge contrastratio. Schittering die wordt veroorzaakt door daglicht is anders dan schittering door kunstverlichting. Het verschilt in omvang, complexe luminantiedistributie en acceptatie van de gebruiker (mensen zijn sneller geneigd om schittering te accepteren in een daglichtomgeving)⁴.
Veel daglicht dat een klaslokaal binnenvalt via grote ramen en lichtstraten is misschien optimaal, maar moet ook worden gereguleerd om schittering als gevolg van direct zonlicht te voorkomen. Tegenwoordig is dit zelfs van groot belang, aangezien er in klaslokalen veel gebruik wordt gemaakt van interactieve whiteboards en beamers.
Bij het reguleren van schittering en contrast is het belangrijk om goed rekening te houden met de oriëntatie van de ramen. Grotere ramen worden idealiter op het noorden geplaatst, zodat er gedurende de hele dag en het hele jaar zo veel mogelijk diffuus daglicht binnenvalt.
Het plaatsen van eenvoudig bedienbare, ondoorzichtige rolgordijnen is ook een effectieve manier om daglicht te reguleren. Een alternatief voor rolgordijnen is permanente buitenzonwering. Echter, dan is er misschien alsnog behoefte aan aanvullende vormen van zonwering, afhankelijk van individuele omstandigheden en wensen.
Andere soorten zonwering zijn bijvoorbeeld gordijnen of rolgordijnen die gemaakt zijn van textiel of van andere dunne of geperforeerde ondoorzichtige materialen. Hoe veel de schittering zal afnemen, hangt af van de optische eigenschappen van het materiaal, de oriëntatie van het raam, de geografische ligging, het jaarlijks aantal zonuren, het glasoppervlak, de transmissie en de afstand tussen gebruiker en lichtbron.
De materiaaleigenschappen en de mate van bescherming tegen schittering voor dit soort zonwering worden gedefinieerd in de Europese Norm EN 14501 Zonneschermen en luiken en in het voorstel de Europese norm EN 17037 Daglicht in gebouwen.
Contrast net zo belangrijk. Bij zowel schittering als contrast is het verschil tussen absolute helderheid en relatieve helderheid van cruciaal belang. Felle koplampen hebben ‘s nachts een verblindend effect, maar zijn overdag nauwelijks zichtbaar. Op dezelfde manier zal een sterke lichtbron veel minder schittering en contrast veroorzaken in een lichte kamer, dan in een donkere kamer met één groot raam waar direct zonlicht door naar binnenvalt.
De vuistregel is dat de 'luminantieverhouding' tussen de visuele taak en de directe omgeving (bijv. aangrenzende of omringende muren) niet hoger mag zijn dan 1:10 binnen het gezichtsveld. Tegenwoordig, ook met het oog op kantoortuinen en vooral ook door ramen die binnen het gezichtsveld vallen, kan de verhouding 20:1 of hoger zijn tussen een raam en aangrenzende oppervlakken. De luminantieverhouding geeft de verhouding weer tussen de luminantie van objecten binnen het gezichtsveld en de luminantie van de nabije omgeving³.
Gevelkozijnen versus lichtstraten
Een goede daglichtverdeling in een ruimte wordt doorgaans het eenvoudigst bereikt door verschillende bronnen van daglicht te gebruiken, zoals een combinatie van lichtstraten en gevelkozijnen. Dit zorgt ook voor minder schittering en contrast. Laten we echter niet vergeten hoe belangrijk uitzicht is: ‘Als we naast een gevelkozijn zitten, accepteren we liever een grote hoeveelheid daglicht waardoor we naar buiten kunnen kijken, dan dat we de rolgordijnen sluiten en kunstverlichting aandoen.⁴
Als een ruimte zo groot is dat zelfs grote gevelkozijnen niet voor voldoende daglicht zorgen, of als het simpelweg niet mogelijk is om gevelkozijnen te plaatsen (bijvoorbeeld in zeer grote klaslokalen, auditoria of gezamenlijke ruimtes middenin een gebouw), kunnen lichtstraten een goede oplossing zijn. Lichtstraten, met op afstand bedienbare ramen, die strategisch in het algehele ontwerp worden opgenomen, laten in de donkere wintermaanden voldoende daglicht binnen. Daarnaast zorgen ze gedurende het hele jaar voor frisse lucht, waardoor de luchtkwaliteit verbetert en de temperatuur beter op peil blijft.